0 of 7 Vragen completed
Vragen:
You have already completed the toets before. Hence you can not start it again.
Toets is loading…
You must sign in or sign up to start the toets.
You must first complete the following:
0 of 7 Vragen answered correctly
Uw tijd:
De tijd is verstreken
You have reached 0 of 0 point(s), (0)
Behaalde punt(en): 0 of 0, (0)
0 Essay(s) Pending (Possible Point(s): 0)
In de zomer van 2015 werd aan de Zuid-Hollandse kust een rode kleur in het water gesignaleerd. Het bleek te gaan om zeevonk .
’s Nachts werd in het water een blauwgroene gloed waargenomen. De gloed wordt veroorzaakt doordat zeevonken, als het water in beweging wordt gebracht, kleine lichtflitsjes afgeven. Dit verschijnsel heet bioluminescentie.
Zeevonken (Noctiluca scintillans, letterlijk vertaald flitsend nachtlichtje) zijn eencellige organismen van gemiddeld 0,5-1,0 millimeter groot, met een flagel van 0,2 millimeter. In de tropen kunnen in de cel één of meer symbiotische algen voorkomen. In de Noordzee en in de Waddenzee komt deze symbiose niet voor.
De zeevonk in afbeelding 1 heeft in werkelijkheid een diameter van 0,7 millimeter.
a Bereken de vergroting waarmee deze zeevonk is afgebeeld. Geef de vergroting in een geheel getal.
Werkelijk 0,7 mm vergroting 1x
nu …cm? dus vergroting…
In de Waddenzee eet de zeevonk algen, bacteriën en jonge larven van bijvoorbeeld mossels en kokkels en daarnaast afgestorven plantaardig en dierlijk materiaal. De zeevonk wordt zelf gegeten door de pijlworm en de zeedruif (een kwallensoort). Als dit gebeurt, kunnen deze predatoren op hun beurt ook weer lichtgevend worden.
In de Waddenzee heeft Noctiluca een heterotrofe leefwijze.
‒ Verklaar waarom de leefwijze van zeevonken in de Waddenzee heterotroof genoemd wordt.
‒ Verklaar waarom de leefwijze van zeevonken in de tropen autotroof genoemd kan worden.
Schrijf je antwoord duidelijk op. Kijk kritisch zelf na. Vul A in bij antwoord om te kunnen nakijken.
Tip: -gebruik geen verwijswoorden en benoem heterotroof/autotroof in je antwoord
Lees goed in te tekst wat er speciaal is aan dit organisme.
Laat zien in je antwoord dat je weet wat de begrippen autotroof en heterotroof betekenen. pas dit toe op dit organisme.
tip: sommige begrippen staan ook in je woordenboek.
In de Waddenzee eet de zeevonk algen, bacteriën en jonge larven van bijvoorbeeld mossels en kokkels en daarnaast afgestorven plantaardig en dierlijk materiaal. De zeevonk wordt zelf gegeten door de pijlworm en de zeedruif (een kwallensoort). Als dit gebeurt, kunnen deze predatoren op hun beurt ook weer lichtgevend worden.
In de tekst wordt een voedselweb beschreven.
‒ Teken dit voedselweb.
‒ Geef met de pijlen de richting van de energiestroom aan.
Teken dit op papier.
Kijk daarna bij hint voor het juiste antwoord. Bepaal daarmee hoeveel punten je krijgt.
-Onderstreep alle organismen
-niet groeperen, benoem alle organismen
-weet je niet zeker welke kant de pijl op moet? Kijk in je BiNaS.
maximumscore 2
voorbeeld van een juist voedselweb:
• de zeven organismen op een juiste wijze in een voedselweb
opgenomen 1
• de bijbehorende pijlen zijn in de juiste richting getekend 1
Opmerking
Het eerste scorepunt ook toekennen als een kandidaat naast de zeven
organismen ook afgestorven plantaardig en dierlijk materiaal op een juiste
plaats opneemt in het voedselweb.
Zeevonken planten zich in de lente en in de zomer voort; dat gebeurt voornamelijk door celdeling. Bij de zeevonk komt ook geslachtelijke voortplanting voor.
In welke situatie is voor de zeevonk geslachtelijke voortplanting gunstiger en in welke situatie is ongeslachtelijke voortplanting gunstiger?
Wat is het verschil tussen geslachtelijke voortplanting en ongeslachtelijke voortplanting?
Wat is daar het gevolg van?
Biotische en abiotische factoren kunnen van invloed zijn op het aantal zeevonken in het water.
Vier factoren zijn:
‒ de temperatuur van het water
‒ het aantal predatoren
‒ de daglengte
‒ de hoeveelheid voedsel
Welke van de bovengenoemde factoren is of welke zijn biotische factoren?
Kies 1 of meer goede antwoorden
Biotische factoren hebben invloed op organismen en zijn zelf ook organismen of organisch materiaal
De zeedruif en de pijlworm hebben als predatoren een nuttige functie.
Een teveel aan zeevonken per volume-eenheid zeewater (zeevonkbloei) kan tot zuurstofarm water leiden. Zeevonkbloei is op het wateroppervlak zichtbaar als een geeloranje drijvende laag. Niet de zeevonken veroorzaken deze kleur, maar bacteriën die de gestorven zeevonken afbreken.
Waardoor ontstaat er zuurstofarm water bij zeevonkbloei?
Assimilatie is opbouw van organische stoffen zoals bij fotosynthese, doel is het vastleggen van energie. Hierbij ontstaat zuurstof.
Dissimilatie is het afbreken van organische stoffen met als doel het vrijmaken van energie, hier is vaak zuurstof voor nodig (aeroob)
Reducenten breken organische stoffen af tot anorganische stoffen (bv mineralen), bacteriën en schimmels zijn aak reducenten.
Producenten: meestal planten, enkele bacteriën, doen aan assimilatie, meestal fotosynthese. Maken hun eigen voedingsstoffen (glucose, vetten etc) en zijn dus ook autotroof.
Het licht van zeevonken is blauwgroen van kleur en schrikt sommige
predatoren af. Zeevonken produceren dit licht voornamelijk in het donker als het water in beweging gebracht wordt. Het licht ontstaat tijdens een
chemisch proces waarbij energie vrijkomt. Het wordt geproduceerd in speciale organellen, de scintillons, waarin zich de stoffen luciferine en luciferase bevinden. Bij de juiste pH, voldoende zuurstof en beweging van het water wordt oxiluciferine gevormd en komt het blauwgroene licht vrij.
Vul de juiste woorden in op de lege plek
Enzym
Substraat + zuurstof –> product + licht
Een enzym kun je meestal makkelijk herkennen aan de laatste letters. Kijk maar eens in je BiNaS bij de enzymen, waar eindigen deze op?
Substraat begin je mee en het product wordt gemaakt